Als geërfde kenmerken de mogelijkheid van reproductie beïnvloeden, in hoeverre is de golfer dan geëvolueerd?! Ja, ja, daar kijkt u van op, hé? Nooit aan gedacht natuurlijk. Gewoon een nieuw “Versluis-setje” en u denkt dat alles is opgelost. Beseft u eigenlijk wel dat niet ú geëvolueerd bent, maar juist uw materiaal? Gelooft u dat niet? Kijk dan eens naar de voorwaarden voor evolutie.
1. Golfers moeten zichzelf weten te vermenigvuldigen. Welnu, met > 386.326 geregistreerde beoefenaars is dat in Nederland aardig gelukt.
2. De kopieën moeten lijken op het origineel. Mwoah, wanproducten van echtelijk geknutsel slippen er nog wel eens doorheen.
3. In zo’n geval – indien de kopieën afwijken van het origineel – spreekt men van mutatie, of:
4. Selectie: indien de geërfde kenmerken de mogelijkheid van reproductie beïnvloeden.
Elk systeem dat aan bovenstaande voorwaarden voldoet, evolueert. En juist tijdens dit proces is er bij ons golfers ergens iets misgegaan. Niet met ons brein. Deze werd superieur en daarom zijn wij dominant. Nee, wij moesten ons zo nodig gaan vermaken met iets nieuws. Ooit een ander wezen ontmoet die met een stok iets wegslaat om het daarna te gaan lopen opzoeken? Hooguit zal het die stok gebruiken om een ander soort de hersens in te slaan. Kunnen wij trouwens ook erg goed. Zelfs binnen ons eigen soort. Uniek door-geëvolueerd zullen we maar zeggen.
Kijk, wetenschappers voorspellen al decennia een proces naar een volkomen gemuteerd en gedegenereerd menselijk golflichaam. Maar ons brein, dat evolueert door. Uiteindelijk zullen wij alleen nog spiritueel en op hoog niveau binnen het golfuniversum communiceren. Duurt nog even, maar het ligt in lijn met wat we al achter ons hebben. Het proces is immers al gaande. Het begint nu al met steeds meer hulpmiddelen: 14 (hybride) stokken, 3- wiel elektrisch voortbewogen karretjes met paraplu, buggy’s, beide voorzien van navigatie, isotone drankjes, meerdere tees, putter voorzien van een zuignap en een moderne golfbal.
Zo is het destijds niet begonnen. Toen waren dat stoere bonken die tegen keien stonden te meppen! Golfen is namelijk zéér oud. Sommigen beweren dat golf is uitgevonden door de Romeinen in de eerste eeuw na Christus. Zij speelden ‘Paganica’, dit werd gespeeld met een gebogen stick en een lederen bal gevuld met veren. Anderen wijzen het ontstaan van golf toe aan de Lage Landen. De eerste traceerbare gegevens over golf zijn te vinden in Loenen aan de Vecht, waar al in 1297 op het Kasteel Kronenburg Colf of Kolf werd gespeeld.
Niettemin, de meest geaccepteerde theorie van de geschiedenis van het golfspel is dat golf zich rond 1100 A.D. ontwikkelde in Schotland. Schotse schaapherders aldaar sloegen uit verveling stenen in konijnenholen, op de plek waar nu de bekende St. Andrews Golf Club is gevestigd. Zo leer je dat zo’n chique golfclub eigenlijk is ontstaan vanuit het pesten van konijntjes. Golf is dus eigenlijk een konijnenpestensport! Ja, ja, en let wel over enige afstand werd toen niet gesproken. Het was gewoon gaten vullen. Dit noemen wij nu putten.
En hoe zat het met de regels? Nou ja, die evolueerden natuurlijk mee met het menselijk golfgedrag. ‘Je moet die kei spelen zoals die ligt’, gromde toen al de opperherder, die het gezeur van zijn kuddegenoot zat was. Dus er kwamen regels. Tegenwoordig is dat een equivalent van alle discussies die er sindsdien zijn opgetekend en bevat het drukwerkje inmiddels 200 pagina’s! Je zou het een spiegel, of de evolutie van menselijk sjoemelen kunnen noemen. In golf is alles verboden, behalve wat mag, doch dat is dan weer verplicht!
Ondertussen degenereerde het golfende ras maar voort dus moest er aan het materiaal gesleuteld worden. De steen werd een bal van leer, gevuld met veren. Pas in 1848 werd de Gutty gebruikt, een harde bal gemaakt van een rubberen substantie genaamd Gutta-Percha, een uit Maleisië komende melkachtige latexsubstantie. In 1898 werd de Gutty vervangen door een bal met een kern van rubber, uitgevonden door de Amerikaanse Golfer Coburn Haskell, in samenwerking met Bertram Work van de Goodrich Company.
Of die ballen werden aangepast aan het formaat konijnenholen vermeldt de geschiedenis niet. Feit is wel dat wij vanaf 1 januari 1932 met een officiële bal gingen spelen. Gewicht van 46 gram en een diameter < 42,67 mm. Later werd er een standaard maximumsnelheid van 250/feet/seconde aan toegevoegd. (76,2 m/sec). Wat, als je veel harder sloeg? Ging die bal dan gewoon niet harder? Stopte die er dan mee of ging die gewoon kapot?
Ook de holes werden aangepakt. Al in 1893 werden de ingegraven conservenblikjes van 10,8 Ø cm op de oude Schotse Musselburgh golfbaan als de standaardmaat voor de huidige holes vastgelegd. Dit doet mij denken: Zouden wij anders geëvolueerd zijn indien men toen alleen over literblikken kon beschikken? Ik denk het wel. Hoewel….als nu al hoongelach je deel wordt bij het missen van een kort putje, hoe zou het je dan vergaan bij het missen van het literblik? Ik zie rode koppen en…….. Interessante gedachte om later nog eens uit te werken.
Natuurlijk konden de stokken niet achterblijven. Heden ten dage verschijnt er jaarlijks van ieder merk een nieuwe collectie welke nog vergevingsgezinder blijkt te zijn dan de vorige. Enorme drivers met gaatjes, zodat jouw swingsnelheid kan worden afmeten aan de muzikale toonhoogte, afkomstig van de wind die door die gaatjes wordt geperst.
Volksstammen zzp’ers ontfermen zich nu over ons slagkunstenaars, die zo’n verrekte bal maar niet op een fatsoenlijke manier weten weg te slaan. Zzp’ers zijn complementair aan de noden van ons mutanten die gekweld worden door mode, status, handicaps, ranking en prestatiedrang. Dus meten wij ons maar weer een nieuw setje aan. Ik ken zo’n zzp’er die daarin zo succesvol was dat die vroegtijdig kon stoppen met werken!
Luxe, Lexusachtige trolly’s, SUV’- achtige buggy’s of modieuze rollators worden state of the art hulpmiddelen. Uiteindelijk zullen wij, geheel gemotoriseerd, via GPS rijdend over kunststof paden, onze computergestuurde bionische ledematen opdracht geven de automatisch gevonden bal feilloos naar de hole te meppen. En dan is er natuurlijk geen zak meer aan.
Ondertussen kunnen wij slechts bewondering opbrengen voor de soort die zich kennelijk aan bovenstaande bionische evolutie heeft weten te onttrekken. Ook zij hebben zich vermenigvuldigd, gekopieerd en gemuteerd, maar dan tot halfgoden. Langs de sappige fairways gadegeslagen door ons mutanten, strikt gerangschikt naar de mate van bionische samenstelling – een soort technisch racisme – moedigen wij hun luidkeels aan. Uit onze vernuftig bionische kelen produceren wij hemelse klanken welke onze golf spelende halfgoden tot grote hoogte stuwen. Kijk, dáár, daar hangt er zelfs een in een boom. Ongelooflijk, hij heeft een ijzer 5 in z’n voeten! Hij zal toch niet? Silence please.